donderdag 14 januari 2016

                             Amsterdam Centrum Onder de Loep van een Amsterdammer[1]
                                    
 “Wil je naar de Dam, het Spui of naar de temeiers?” is de eerste vraag die Jaap, mijn gids voor mijn verkenningstocht door Amsterdam, aan mij stelt. “Nou, ik moet toch naar Appie (Albert Heijn) dus dan kunnen we richting de Dam lopen” gaat Jaap verder. “Er is een Appie precies aan de overkant van Centje, waarom gaan we niet naar daar?” leg ik aan Jaap uit. “Nou, je ken’ de stad beter als mijn, ik wist niet dat daar ook een Appie was.” reageert hij hierop terug, Jaap is een van mijn beste vrienden en de eerste persoon aan wie ik dacht om mij rond te leiden in Amsterdam, naar eigen zeggen een geboren en getogen Amsterdammer. Vanuit het Centraal Station van Amsterdam waar wij hadden afgesproken, wat ook een van meeting points van Amsterdam is, lopen wij richting de supermarkt.. De samenstelling van de demografie op het Centraal Station vertoont veel culturele diversiteit en verscheidenheid. Zakenmannen, stewardessen, jongeren die er hangen, toeristen, die naar Amsterdam komen om een lekker wietje te komen roken in een van de coffeeshops die de Nederlandse hoofdstad rijk is of om te komen wandelen aan de grachten en naar de Amsterdamse musea te gaan. Internationale treinen vertrekken naar verdere Europese bestemmingen, nationale treinen gaan door naar plekken in de rest van Nederland en bussen, trams en metro’s die passagiers verder moeten brengen in Amsterdam.      
                                              

Nadat ik in een hoorcollege, vak het van ‘Steden en Moderniteit’, een opmerking hoorde, vanuit de collegezaal, dat er in Amsterdam alleen maar buitenlanders zitten, heb ik besloten om mijn blog te schrijven over mijn hometown, Amsterdam. Dit in de eerste instantie om het verdraaide beeld, dat blijkbaar heerst onder sommige mensen, over Amsterdam tegen te spreken. Ten eerste heb ik als Amsterdammer zelf een ander beeld van Amsterdam en in mijn beleving is Amsterdam meer dan een stad vol met buitenlanders. Verder kwam de gedachte in mij op dat ik als Amsterdammer ook eens met een andere bril naar mijn eigen stad moest kijken. In het artikel van Hannerz (1993: 158-159) bespreekt hij in het globaal twee verschillende manieren om te praktiseren over cultuur in de wereld. De eerste manier is dat culturen behoren tot een bepaald gebied, die worden afgesloten door grenzen. Culturele processen worden hier gezien als lokaal. Net alsof het afgesloten is in een vacuum en immuun geworden voor invloeden van buiten. De tweede manier die Hannerz (1993: 159) beschrijft in zijn artikel is dat cultuur onder hevig is aan veranderingen in de wereld. De wereld wordt steeds meer intergeconnecteerd met elkaar door, onder andere, makkelijkere en snellere middelen van transport en communicatie. Dit wil zeggen dat cultuur nu minder aan plaatsgebonden is dan eerst werd aangenomen. Een gebied wordt beinvloed door verschillende menselijke stromingen, dit kunnen (werk)migranten, vluchtingen of toeristen zijn. Ook verplaats cultuur zich over de wereld via de media (Hannerz 1993: 159). De eerste manier die Hannerz (1993:158) in zijn artikel beschijft, lijkt voor mij de visie dat Amsterdam tegenwoordig bestaat uit alleen buitenlanders. Vroeger was er een ‘Amsterdamse cultuur, maar deze is nu verdrongen door buitenlanders’ (hoe zou je deze cultuur willen benoemen eigenlijk? Buitenlandse cultuur in Amsterdam?). Ik wil laten zien dat er integenstelling van deze statische visie van cultuur sprake, in Amsterdam, is van een Amsterdamse cultuur die wordt beinvloed door verschillende factoren van buitenaf maar toch een Amsterdam cultuur is en zal blijven.         


   In een grachtenpand aan de Prins Hendrikkade, tussen de vele hotels en souvenirwinkels die het centrum van Amsterdam rijk is, zit een Albert Heijn verborgen. De vorm van deze specifieke Albert Heijn valt op in vergelijking tot andere supermarkten van dezelfde keten. Over de onderste laag van het grachtenpand is de supermarkt gebouwd en in tegenstelling tot de anderen is deze gebouwd in de lengte en is de supermarkt zeer smal toch hebben ze het ruime assortiment van een reguliere Albert Heijn supermarkt. Na het kopen van de nodige boodschappen lopen wij ook even naar de coffeeshop voor het nodige rookwerk. Onderweg naar de coffeeshop worden we in het Engels aangesproken door een winkelmedewerkster van een winkel waar er zeepjes worden verkocht. Jaap loopt lijnrecht door en reageert totaal niet op de winkelmedewerkerster van de winkel. “Jaapie, ze roept ons!” zeg ik terwijl ik oversteek om tot die winkeldame te praten. Terwijl ik tot die dame praat krijg ik monstertjes van zeeptjes in mijn handen geduwd en uitnodiging om naar binnen te komen om het een en het ander uit te proberen. Vriendelijk probeer ik haar af te wimpelen onder het norm dat ik Jaap moet gaan zoeken om mee te komen. Zoekend naar Jaap vind ik hem in de coffeeshop dat ook is gevestigd in een grachtenpand, eigenlijk wel logisch want wij bevinden ons op de grachtengordel van Amsterdam. “Waarom ben je niet gekomen, yu?” vraag ik aan Jaap. “Hou toch op man, ik ben in Amsterdam en ik ben een Amsterdammer, dan ga je mij toch niet aanspreken in het Engels als je wat wil’ verkopen!” is de reactie van Jaap op mijn vraag. Stilzwijgend moet ik hem ergens wel gelijk geven en we lopen verder het centrum in.                                    
    Dat ‘gated communities’ (Low 2009: 391) niet een begrijp is van deze tijd wordt duidelijk na een bezoek aan het Begijnhof waar mannen na een bepaalde tijd niet meer welkom zijn en in de avond de deur wordt gesloten voor mannelijk bezoek. Een gated community is een vorm van woongemeenschap of woonwijk met strikt gecontroleerde ingangen voor voetgangers, fietsen en auto's, en vaak gekenmerkt door een gesloten omtrek van de muren en hekken. Gated communities bestaan meestal uit kleine woonstraten en omvatten verschillende gedeelde voorzieningen. Voor kleinere gemeenten kan dit slechts een park of een andere gemeenschappelijke ruimte zijn. Voor grotere gemeenschappen kan het mogelijk zijn voor de bewoners om binnen de gemeenschap te blijven voor de meeste dagelijkse activiteiten. Het Begijnhof is geen gewoon hofje, omdat het geen oudedagsvoorziening, gesticht door particulieren, was. Het was meer een soort klooster, alhoewel de begijnen meer vrijheid hadden dan nonnen in een klooster: de  begijnen legden wel een gelofte van kuisheid af, maar mochten op elk moment het hof verlaten om te gaan trouwen.  

                                                                                                     
Tijdens onze toch maak ik een foto van alles wat mij op dat moment opvalt in Amsterdam. Er zijn best wel veel monumenten en gedenkingsbeelden in Amsterdam. Wat heeft deze stad  eigenlijk veel geschiedenis is een gedachte die in mij opkomt terwijl ik deze stad aan het verkennen ben aan de hand van mijn gids, Jaap. De sluizen geven het beeld weer van de havenstad die Amsterdam is en vooral vroeger was. De Schreierstoren waar vrouwen vroeger aan het huilen waren wanneer hun mannen vertrokken naar lange overzeese tochten, vandaar de naam Schreierstoren. Het Anne Frankhuis waar Anne Frank en haar familie moesten onderduiken ten tijde van de Joodse bezetting. Het homomonument waarvan ik altijd dacht dat dit een aanmeerplaats was voor boten, zijn elke van deze plekken die de hoofdstad van Nederland rijk is. Op de Jodenmarkt hangt er zelf een plakaat op de ‘December moorden’ van Suriname te gedenken, waardoor ook ook deze sociale groep een plek krijgt in Amsterdam. Deze tocht die mij Amsterdam op een andere manier heeft laten kennen laat voor mij zien dat Amsterdam een wereldstad te noemen is, door de verschillende invloeden die van buitenaf op Amsterdam een stempel zetten, maar Amsterdam toch Amsterdam blijft. Naast de "buitenlanders" die een stempel zetten, zetten andere Nederlanders, die niet oorspronkelijk uit Amsterdam komen, ook  hun stempel in de stad, je kan meestal horen aan de tongval als iemand niet uit Amsterdam komt (of juist wel). In de multiculturele samenleving die Amsterdam tot Amsterdam maakt zul je ook de Amsterdamse cultuur vinden. Uit het globale wordt er een lokale gemaakt.



  


Literatuurlijst

Hannerz, U. (1993) ‘Cities as Windows on the World.’ In L. Deben, W. Heinemeijer, D. van der Vaart, red. Understanding Amsterdam. Essays on Economic Vitality, City Life and Urban Form. Amsterdam: Het Spinhuis Publishers, pp. 157-172. [hard copy]
                       
Low, S. M. (2011) ‘Claiming Space for an Engaged Anthropology: Spatial Inequality and Social Exclusion.’ American Anthropologist 113 (3), pp. 389-407.



[1] Deze blog is geschreven naar aanleiding van een opdracht, schrijven van een blog over een stad, die wij moesten maken voor de Universiteit Utrecht; vak: Steden en Moderniteit

2 opmerkingen:

  1. Ik ben fan 😊 mooi beschreven, ik loop ook graag door Amsterdam. Vind hetceen mooie stad en er is veel te zien.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je wel. Blijf me volgen! Het mooie is als je op de kleine dingen let die stad te bieden heeft,zegt veel over de geschiedenis.

      Verwijderen